Volledige verklaring; actieplan waterstof

De toekomst van de Europese industrie is onzeker. Enerzijds ondergraven hoge energieprijzen de concurrentiepositie, anderzijds bedreigen geopolitieke spanningen de wereldwijde toeleveringsketen. De industriële productie is al in een neerwaartse trend terechtgekomen. Europa is zich bewust geworden van zijn industriële kwetsbaarheid, waarmee ook de welvaart van het continent in het geding is. Voor de Nederlandse industrie is de situatie nog nijpender, omdat wij ook binnen de Europese context te maken hebben met nóg hogere energieprijzen. Die extra kwetsbaarheid moet in Nederland worden vertaald in extra focus en extra actie.

Recent pleitte de Europese industrie in de zogenoemde Antwerp Declaration voor hervormingen om de concurrentiepositie te verstevigen. Duurzaamheid, innovatie, en energiezekerheid waren de trefwoorden. In zijn recente rapport adviseert ook Mario Draghi de Europese Commissie om de industrie te hervormen, om de concurrentiepositie te verbeteren en de strategische autonomie van Europa te waarborgen. Europa moet leidend blijven in de strijd tegen klimaatverandering, en tegelijkertijd zijn industriële basis beschermen en op duurzame leest verder ontwikkelen en uitbouwen. Draghi pleit onder meer voor een gecoördineerde Europese aanpak om te komen tot een betaalbare en duurzame energievoorziening. 

De energietransitie en de toekomst van de industrie zijn nauw met elkaar verbonden, in Europa, maar vanwege de hoge prijzen vooral in Nederland. De verduurzaming van de energie- en grondstoffenvoorziening moet het behalen van de klimaatdoelen mogelijk maken en tegelijkertijd de industrie een toekomstbestendige en internationale concurrentiepositie behouden en versterken.

Die dubbele opdracht van klimaatbeleid en groene groei is geen sinecure. Het betekent dat we in hoog tempo de energievoorziening verder moeten decarboniseren. Enerzijds via voortgaande elektrificatie van de industrie, de mobiliteit en de gebouwde omgeving. Anderzijds door een serieus aanbod van groene moleculen te realiseren. Want naast elektrificatie heeft met name de industrie grote behoefte aan groene moleculen, als brandstof en grondstof. Daarom zijn groene waterstofmoleculen een essentieel onderdeel van het toekomstige energiesysteem. 

Als traditionele handelsnatie en historische energie-exporteur biedt het Europese perspectief van Draghi ontwikkelingskansen voor Nederland. We kunnen een rol in de Europese voorhoede pakken. Er is met het nieuwe kabinet een goede start gemaakt; met het ministerie van Klimaat en Groene Groei staan vestigingsvoorwaarden terecht weer prominenter op de Nederlandse agenda. 

Het is zaak om een strategische positie te kiezen in het ontluikende Europese schone industriebeleid. Door het smeden van ‘proactieve coalities’ kunnen bedrijven, overheden, industriële clusters, onderzoeksinstituten en financiers bouwen aan een duurzame, toekomstbestendige (Europese) industrie als onderdeel van een robuuste economie.

Waterstof heeft zowel in de energietransitie als de grondstoffentransitie een vooraanstaande rol. Beleid en actie moeten hand in hand worden ontwikkeld door die proactieve coalities. Samenwerken dus. Met de focus op waterstof, voortdurend met het oog op het integrale energiesysteem en in de brede context van het Europese industriebeleid. We hanteren vier simpele motto's:

  1. Pak vanuit Nederland de Europese kaart op.
  2. Maak het in de praktijk echt waar
  3. Los het langdurig duidelijk en degelijk op
  4. Doe het samen en spreek elkaar aan

Op basis van deze vier motto’s kunnen proactieve coalities een serie acties oppakken. Ongeveer de helft is direct gekoppeld aan waterstof, de andere acties focussen op het industriebeleid en de generieke aanpak. Gezamenlijk vormt deze actie-agenda het recept voor een duurzame energiehuishouding, een toekomstbestendige industrie en een robuuste economie als basis voor de Europese welvaart. 

We werken dit graag gezamenlijk nader uit, daarvoor geven we hieronder de start. Tegelijkertijd roepen we ook op om op korte termijn vanuit Nederland met een degelijke en doordachte aanpak en invulling van het Draghi-rapport te komen. Samen moeten we dit in Nederland in 100 dagen tot stand kunnen brengen.

1. Pak vanuit Nederland de Europese kaart op

Nederland is geen eiland in Europa, maar een vooraanstaand onderdeel van een sterk en strategisch autonoom nieuw Europa. Dat vereist zelfbewustzijn, maar bovenal de bereidheid tot samenwerking en over de grenzen kijken.

  1. Versterk en innoveer het industriële megacluster in Noordwest Europa door stimulering van de samenwerking tussen de clusters in Nederland, Duitsland en België. Versterk de onderlinge infrastructuur, vooral voor energiedragers waarbij de focus ligt op het verlagen van de totale kosten. Zorg voor schaalvergroting/bundeling om zo tot goede en goedkopere productie, import en conversie te komen. Geef de industrie duidelijkheid en ruggensteun, door ondubbelzinnig en geharmoniseerd op Europees niveau consistent en langdurig te sturen naar een steeds lagere CO2-intensiteit met de voortvarende toepassing van bestaande beleidsinstrumenten als ETS en CBAM.

2. Maak het in de praktijk echt waar

Om een Nederlandse voortrekkersrol in de Europese industriepolitiek economisch succesvol te laten zijn, is het van essentieel belang dat de waterstofhub er daadwerkelijk komt en dat waterstof bij de industrie aan de poort kan komen. Alle betrokken partijen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de totstandkoming van een goed werkende waterstofmarkt.

  1. Maak duidelijk en verzeker dat de Nederlandse (infra-)transportverbindingen van Noord naar Zuid en van Oost naar West – inclusief internationale aansluitingen – in 2030 operationeel zijn, net als de waterstofopslag in cavernes.
  2. Ontwikkel het potentieel van offshore energie op de Noordzee. Lever eerst de energie op de kustlijn aan in de vorm van elektriciteit en zet dit deels om in waterstof. Stimuleer daarna dat nieuwe verafgelegen windparken kunnen worden uitgerust met elektrolysecapaciteit zodat ze de geproduceerde energie in de vorm van waterstof aan land kunnen brengen.
  3. Borg een efficiënte en snelle ruimtelijke inpassing van cruciale elementen (zoals elektrolysers en importterminals) van de waterstofeconomie in  de grote haven- en industriecomplexen Dit vereist niet alleen voldoende fysieke ruimte, maar ook voldoende milieuruimte. Zorg voor aansluitingen op het waterstof- en het elektriciteitsnetwerk voor de aan- en afvoer van energie. Wees duidelijk over de netwerktarieven voor electrolyse: het verminderen van netcongestie en het verlagen van de investeringslast voor het stroomnet rechtvaardigen, net als in het buitenland, een internationaal competitief tarief.
  4. Ontwikkel importketens voor waterstofdragers - ammoniak, LOHC en vloeibare waterstof - en zorg voor aansluiting op de transportverbindingen, met daarbij oog voor het bedienen van de nationale vraag naar waterstof alsook de transit naar het Europese achterland. Creëer dit op basis van integrale waardeketens en gezamenlijke investeringen (both sides of the ocean). Zoek hierbij samenwerking in het door Brussel gelanceerde Team Europe, waarin ook onze buurlanden Duitsland en België actief zijn.
  5. Ontwikkel en stimuleer met name in de Eemsdelta en in Rotterdam de productie van blauwe waterstof en faciliteer afvoer van CO2 vanuit de industriële clusters naar de Nederlandse Noordzee . Dit als wegbereider en aanjager van het groeipotentieel van groene waterstof die in Nederland wordt geproduceerd of via de havens wordt geïmporteerd. 

De waterstofhub is een onderdeel van het Nederlandse energiesysteem. Daarom is de aansluiting op en de wisselwerking met de markten voor elektriciteit, aardgas en warmte cruciaal. Zo kan waterstof, samen met dynamisering van de elektriciteitsvraag en andere opslagsystemen, bijdragen aan een betaalbare en betrouwbare elektriciteitsvoorziening. Waterstof kan ook, vooral via de bij elektrolyse vrijkomende warmte maar op termijn ook met rechtstreekse toepassingen, bijdragen aan een betaalbare en robuustere warmtevoorziening

3. Los het langdurig duidelijk en degelijk op

Er moet helderheid zijn over het level-playing field voor de Nederlandse industrie en over de opbouw van nieuw concurrentievermogen. Tegelijkertijd moet er ook helderheid zijn over de ambitie en de bereidheid c.q. het commitment van de industrie om in Nederland te investeren.

  1. Zet structureel in op innovatie zodat nieuwe ketens, slimme productieprocessen en circulariteit tot stand komen. Geef dit vorm via meerjarige publiek-private samenwerking en jaag daarmee majeure industriële transities aan. Geef dit vorm door geselecteerde innovaties en technologie van eigen bodem gestructureerd en gedurende langere periode te ondersteunen.
  2. Bied expliciet ruimte voor nieuwe industriële, logistieke en haven gerelateerde activiteiten in de bestaande grote clusters. Dit jaagt ook de innovatie in die bestaande clusters aan. Ontwikkel daarnaast regionale clusters met focus op circulaire industrie en bied duidelijkheid en zekerheid over de aansluiting op infrastructuur voor waterstof en CO2. Geef clusters prioriteit bij de uitbreidingen van het elektriciteitsnet. Zet in op een proactieve benadering van regelgeving (vergunningen) en regulering voor deze regionale clusters, zodat snelheid en doelgerichtheid zijn verzekerd en de potentie van kortere en snellere ketens in deze clusters volop wordt benut.
  3. Ondersteun de industrie zodanig dat de komende tien jaar het verschil tussen het gebruik van fossiele energie en schone energie grotendeels (en in aflopende mate) wordt gecompenseerd, mits die industrie ook meteen investeert in productiecapaciteit voor schone en/of circulaire processen. Gebruik daarnaast de maatwerkafspraken eenmalig ondersteuning aan de bestaande industrie om niet alleen tot schone en/of circulaire processen te komen, maar ook de toegevoegde waarde te verhogen en de energie-intensiteit te verlagen. Focus daarbij op een heel beperkt aantal grote uitstoters zodat tempo wordt gemaakt en doorbraken tot stand komen. Bindende afspraken voor investeringen voor deze bedrijven en voor de publieke sector zijn onderdeel van deze maatwerkafspraken.

4. Doe het samen en spreek elkaar aan

Deze grote transities kunnen alleen maar succesvol tot stand worden gebracht wanneer leiderschap en samenwerking hand in hand gaan en wanneer er betrokkenheid is in de samenleving.

  1. Vorm een brede coalitie om de maatschappelijke betrokkenheid bij de industriële vernieuwing te verbeteren. Voor een succesvolle duurzame energie- en grondstoffenvoorziening is het noodzakelijk het perspectief en het imago van de industrie in de samenleving te versterken. De license to change is essentieel voor de maatschappelijke acceptatie van de transitie, maar evenzeer onmisbaar om de jongere generatie te enthousiasmeren en te stimuleren er deel van uit te maken. 
  2. Vorm en/of versterk regionale coalities (zoals binnen de NOVEX-gebieden gedaan is) waarbij de industrie ontwikkelruimte wordt geboden en de energiesector en de haven- en ontwikkelbedrijven de  ruimte voor investeringen krijgen. Bedrijven in die coalities hebben een zorgplicht voor hun omgeving en dragen bij aan de sociale cohesie en het draagvlak voor de transitie. Zo ontstaan clusters van maatschappelijk ecosystemen waarin de economie floreert en veel aandacht is voor onderwijs, onderzoek, infrastructuur en huisvesting.