Nieuw investeringsplan HyNorth versnelt transitie naar Waterstofeconomie
Van plannen naar uitvoering en van lokaal naar regionaal, nationaal en internationaal. Dat zijn twee belangrijke opgaven in het nieuwe Investeringsplan Waterstof Noord Nederland 2024 van HyNorth. Dit plan bouwt verder op de resultaten van het eerste investeringsplan van vier jaar geleden. In die vier jaar is hard gewerkt en veel bereikt.
Noord-Nederland heeft zich in die periode neergezet als de leidende ‘Hydrogen Valley’. Ondernemers zijn volop bezig met waterstof. Als grondstof voor de chemische industrie, bouwstof voor de chemische en petro-chemische industrie, brandstof en of als energiedrager. En met de onafhankelijke stichting HyNorth is er inmiddels een krachtige aanjager van de transitie naar een waterstofeconomie door waterstofketens in Noord-Nederland te stimuleren.
Stichting HyNorth, een initiatief van Gasunie en Groningen Seaports, is er voor bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere belanghebbenden op het gebied van waterstof in Noord-Nederland. Ze brengt initiatieven en partijen op het gebied van waterstof in kaart en volgt actief de ontwikkeling van het waterstofecosysteem in de regio. Van daaruit is HyNorth in staat de meest actuele inzichten te delen en relevante partijen bij elkaar te brengen.
Sleutelrol Noord-Nederland
Het investeringsplan draagt in de eerste plaats bij aan het realiseren van de Europese doelstellingen op het gebied van klimaat. Het gaat dan bijvoorbeeld om de bouw van 50 waterstoftankstations in Nederland in 2025 en het opschalen van de waterstofproductie door meer eloctrolysers te realiseren. Voor Nederland is dat doel drie tot vier Gigawatt in 2030. De Europese doelstelling voor dat jaar ligt ongeveer een factor tien hoger. In deze ontwikkeling wil Noord-Nederland een sleutelrol spelen en andere regio’s en landen de meerwaarde laten zien van samenwerking binnen de keten. En hoe de combinatie van innovatieve technologieën en duurzame werkwijzen de transitie naar een waterstofeconomie versnelt. Een steun in de rug voor de ontwikkeling in Noord-Nederland is dat ongeveer 300 miljoen euro uit het Joint Transition Fund voor deze regio beschikbaar is. Het JTF is een Europese subsidieregeling die de transitie van fossiele naar hernieuwbare energie ondersteunt. Juist in de gebieden die te maken hebben met teruglopende werkgelegenheid als gevolg van deze transitie.
Volop kansen
Wethouder Eltjo Dijkhuis van de gemeente Het Hogeland ziet inderdaad volop kansen voor Noord-Nederland, en daarbinnen de Eemshaven, om een grote rol te spelen in de transitie naar de waterstofeconomie. ‘Onze uitgangspositie is wellicht nog beter dan die van de Maasvlakte. Dat heeft alles te maken met de al aanwezige infrastructuur voor energie en onze strategische ligging ten opzichte van Noord-Oost Europa. En niet te vergeten de Noordzee. Deze wint aan belang bij het opwekken van elektriciteit en op termijn de productie van waterstof. Uiteindelijk komt zo’n 30% van de elektriciteit die Nederland gebruikt in onze regio aan land. Verder hebben we als regio natuurlijk veel expertise op het gebied van de infrastructuur voor energie. Zowel productie als transport en opslag.’
Kantelpunt
Het is volgens Dijkhuis nu zaak om te versnellen. ‘Ik heb het idee dat we op een kantelpunt zitten. Daarom is het goed dat er een partij is als HyNorth. Dit is een onafhankelijke stichting die als katalysator kan fungeren. We moeten daarbij op zoek naar koppelkansen en overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen goed met elkaar verbinden.’ Directeur René Schutte van HyNorth herkent zich in de woorden van Dijkhuis. Met het nieuwe investeringsplan wil hij werk maken van de versnelling. ‘Er liggen inmiddels plannen voor zo’n 80 projecten voor de komende 10 tot 15 jaar’, vertelt hij. ‘Hiermee is een investering gemoeid van 10 tot 15 miljard euro. Belangrijk voor het realiseren van deze plannen is de aanleg van een robuuste infrastructuur voor waterstof en de vergroting van de productiecapaciteit.’
Vertraging
Terugkijkend op de afgelopen vier jaar heeft René Schutte een wat dubbel gevoel. ‘Het eerste investeringsplan heeft veel op gang gebracht aan ideeën en projecten op het gebied van waterstof. Maar een aantal ontwikkelingen heeft de vorming van de waterstofeconomie vertraagd’, zegt hij. ‘De nasleep van corona, oorlog in Oekraïne en oplopende rente en bouwkosten hebben alle voor vertraging gezorgd. De kostprijs van groene waterstof is mede hierdoor flink gestegen waardoor er bij bedrijven en banken een zekere terughoudendheid is om te investeren. Zo is er nog steeds geen besluit genomen om een grootschalige electrolyser in Noord-Nederland te bouwen. Tegelijkertijd zien we wel volop kansrijke initiatieven op meer lokaal niveau. Het is daarom nu de kunst om de stap van lokaal naar nationaal en verder te zetten.’ Het investeringsplan benoemt hiervoor het Hub en Spoke Model. Daarbij gaat het om een tiental waterstofhubs verdeeld over Noord-Nederland waar vraag en aanbod naar waterstof zich nu al ontwikkelen. Door deze in de toekomst met elkaar te verbinden moet een dekkend waterstofnetwerk ontstaan.
Krachten bundelen
Volgens directeur Cas König van Groningen Seaports, een van de oprichters van HyNorth, is het voor zo’n schaalsprong belangrijk de krachten te bundelen. ‘Je hebt meerdere partijen nodig die op hetzelfde moment een investering willen doen’, stelt hij. ‘Om die investering te laten renderen zijn ze van elkaar afhankelijk. Want de waterstofeconomie is een keten die start met het opwekken van elektriciteit op zee en via kabel, electrolyser en pijplijn eindigt bij de eindgebruiker van waterstof. Door deze complexiteit is goede afstemming nodig. HyNorth kan een belangrijke rol spelen in het bij elkaar brengen van partijen. Verder is het samenspel tussen overheid en bedrijfsleven van belang. Het gaat dan onder andere om het vereenvoudigen van de aanvragen van vergunningen en subsidies. Dat is nu nog te ingewikkeld.’ Vanuit HyNorth werken inmiddels diverse werkgroepen aan voorstellen om een grotere toegang tot financiën en vereenvoudiging van wet- en regelgeving te realiseren.
Waterstof tanken
Het bedrijf Resato uit Assen, dat waterstoftankstations in binnen- en buitenland bouwt, is al volop bezig met het zetten van de stap van lokaal naar internationaal. In nog geen acht jaar tijd heeft Resato in Nederland en een zevental Europese landen 55 van deze brandstofstations gerealiseerd. Resato, dat van oudsher gespecialiseerd is in hogedruk toepassingen, startte in 2016 serieus met de activiteiten op het gebied van waterstof. ‘Dat past uitstekend bij onze expertise’, verklaart directeur Rob Castien. ‘Om waterstof voor 700-bar-personenauto’s te kunnen tanken heb je namelijk een druk van 950 bar in het tankstation nodig. Mede dankzij die investeringen in waterstof heeft Resato de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt. Tussen 2016 en 2024 groeide het aantal werknemers in het ondertussen aparte bedrijfsonderdeel voor waterstof tot 160 medewerkers. Ook namen we als Resato drie nieuwe productielocaties in gebruik.’ Castien verwacht dat hij in 2030 een omzet bereikt van 500 miljoen en dat het aantal werknemers tegen die tijd doorgroeit naar zo’n 500 tot 1000. ‘In termen van werkgelegenheid is de impact voor onze regionale economie zelfs nog groter’, benadrukt Castien. ‘Elke baan extra bij Resato levert naar ik inschat, een extra baan op bij toeleverende bedrijven.’ Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van goed opgeleide werknemers heeft Castien inmiddels concrete plannen voor een Resato Academy. Hij werkt hierbij onder andere samen met de RUG, de Hanze Hogeschool, het Drenthe College en het Noorderpoort College.
Voorbeeld
‘Resato is wat mij betreft een goed voorbeeld van hoe wij in Noord-Nederland die beoogde sleutelrol kunnen spelen in het Europese ecosysteem van waterstof’, besluit René Schutte van HyNorth. ‘Niet alleen door de manier waarop men een schaalsprong realiseert, maar ook door de samenwerking met andere partners. De transitie naar een waterstofeconomie is een innovatieve reis die we in gezamenlijkheid ondernemen.’