Luftbild Anlage 2

Ondertussen in Duitsland: toezichthouder keurt voorstel voor waterstofnetwerk goed

Ook Duitsland gaat een waterstofnetwerk aanleggen om industriële productiecentra, opslagfaciliteiten, energiecentrales en importhavens met elkaar te verbinden. Toezichthouder Bundesnetzagentur gaf in oktober goedkeuring aan de plannen van de Duitse netwerkbedrijven. In tegenstelling tot Nederland is er in Duitsland geen landelijk gastransportbedrijf. De regionale netwerkbedrijven, waar Gasunie er een van is, zijn allemaal betrokken bij de creatie van een landelijk dekkend netwerk. De Duitse hydrogen backbone (‘KernNetz’) zal bestaan uit een pijpleidingnetwerk van meer dan 9.000 kilometer, waarvan ongeveer 60 procent zal bestaan uit bestaande aardgaspijpleidingen. De benodigde investeringen in aanleg bedragen een kleine 19 miljard euro.

Hans-Jürgen de Buhr, hoofd van Projects Renewables van Gasunie Duitsland, vertelt dat de voorbereidende fase van het project om aardgasleidingen geschikt te maken voor waterstof al is opgestart. Het eerste tracé zal vanaf de Nederlandse grens naar Bremen en Hamburg gaan, waarna het wordt doorgetrokken naar de regio Hannover/Salzgitter. ‘De pijpleidingen op dat traject worden nu nog gebruikt voor het transport van aardgas, maar zullen op binnen enkele jaren beschikbaar komen voor waterstof’, aldus De Buhr.

Als er wezenlijke aanpassingen in de pijpleidinginfrastructuur worden gedaan, dan moeten er volgens de Duitse energiewet testen worden uitgevoerd door technische experts. Naast de wet op de energie-industrie (EnWG) vormen de voorschriften van de DVGW (Duitse technische en wetenschappelijke vereniging voor gas en water) hiervoor de basis. Net als de Kema vroeger in Nederland deed, houden in Duitsland de technische experts (van bijvoorbeeld TÜV en Dekra) zich bezig met het certificeren en keuren van technische installaties. ‘We hebben daar de technische voorschriften en standaarden van DVGW voor, maar ook nog andere nationale en internationale normen’, aldus De Buhr.

In de voorbereidende fase wordt de documentatie van de bouw en de werking van de bestaande gaspijpleidingen grondig gecheckt. Welke staalsoorten en materialen zijn gebruikt?  Welke stoffen zijn tot nu toe getransporteerd en onder welke omstandigheden? ‘We controleren de acceptatiedocumenten voor de pijpleidingen op bijvoorbeeld drukproeven en materiaalspecificaties’, zegt De Buhr. ‘We moeten een duidelijk beeld hebben of de pijpleidingen geschikt zijn voor waterstof.’ Volgens de Gasunie-expert wijst onderzoek uit dat de meeste pijpleidingen in het gasnetwerk in Duitsland geschikt zijn voor het transport van waterstof.

Uit het documentatie-onderzoek moet blijken of de verschillende componenten van het gasnetwerk geschikt zijn voor het transport van waterstof. ‘De externe beoordeling door erkende technische experts levert een lijst op met maatregelen die genomen moeten worden om het netwerk geschikt te maken.’ Die maatregelen gaan niet alleen over het fysieke netwerk, maar ook over de manier waarop het netwerk straks wordt gebruikt. ‘Het bevat voorschriften voor de toekomstige bedrijfsvoering met waterstof. Bijvoorbeeld dat drukfluctuaties moet worden gemonitord om scheurvorming uit ts sluiten.’ Als alle voorgeschreven maatregelen zijn uitgevoerd, dan is het netwerk ‘waterstof ready’. De Buhr: ‘Voor het traject tussen Hamburg en Bremen is dat al het geval.’

Het gasnetwerk wordt technisch geprepareerd voor waterstoftransport, maar ondertussen nog steeds gebruikt voor aardgas. Pas als in de komende jaren de vraag en het aanbod van waterstof op gang komen, zal het netwerk van aardgas naar waterstof worden overgeschakeld. ‘Dan halen we het aardgas uit de pijpleidingen, maken ze schoon en vullen ze vervolgens met waterstof.’

De Buhr verzekert dat er ook in Duitsland gronding onderzoek is gedaan naar de mogelijke ‘verbrossing’ van staal als gevolg van de penetratie van waterstof. ‘Net als in Nederland schrijft ook de Duitse DVGW-regelgeving voor dat de levensduur van leidingen moet worden berekend om mogelijke scheurgroei met strikte veiligheidsmarges te beperken. We zullen de prognose regelmatig vergelijken met metingen en onze berekeningen en beschermende maatregelen dienovereenkomstig aanpassen. Indien de veiligheid dat vereist zullen er reparatiemaatregelen voorgeschreven worden.

Als het waterstoftransport van start gaat, worden ook nieuwe “operationale regels” van kracht. ‘Op basis van wettelijke vereiste risicobeoordelingen worden de operationele processen aangepast naar waterstof. De beperking van drukveranderingen in de pijpleidingen is ook nieuw; we moeten een bijbehorend bewakingssysteem installeren’, aldus De Buhr. ‘Aardgasklanten hebben vaak flexibele contracten, omdat ze niet altijd evenveel gas nodig hebben. De onbalans tussen vraag en aanbod leidt tot drukwisselingen in het netwerk. Dat zal met waterstof ook zo zijn, maar naast de flexibele levering, zullen ook de drukveranderingen worden bewaakt.’

Lees verder