Waterstofaggregaten bij sportevenementen: wanneer komt de boost?
Op plekken zonder elektriciteit bieden waterstofaggregaten tijdens sportevenementen een duurzaam alternatief voor de standaard ‘fossiele’ aggregaten. De technologie werkt, dat hebben de eerste cases al bewezen. Toch blijft het voorlopig wachten op de grootschalige inzet. En is het dus vooral de vraag hoe en wanneer de versnelling volgt. ‘Veel hangt af van de mindset bij alle partijen.’
Het Koninklijk Nederlands Watersportverbond had de hekken kunnen voorzien van kleurige spandoeken. Maar wie had de waterstofaggregaten dan gezien? Laat ze juist maar opvallen, was de insteek. Dus trokken er dit voorjaar tijdens de Dutch Water Week in Almere flink wat bezoekers langs de aggregaten en opslagtanks. Marijn Stokker, bij het Watersportverbond verantwoordelijk voor partnerships en events, kijkt er tevreden op terug. ‘We hebben veel rondleidingen gegeven, bezoekers reageerden positief. Wel viel me op hoe onbekend veel mensen zijn met waterstof.’
De prijs van waterstof
Zelf is Stokker ervan overtuigd dat een aggregaat op waterstof net zo veilig is als een variant met diesel. Natuurlijk moeten alle maatregelen op orde zijn. Maar doet een waterstofaggregaat eenmaal zijn werk, dan is de duurzame bijdrage evident – en dat bovendien op hooguit een fluistervolume. ‘Je hoort zo’n aggregaat nauwelijks.’ Bij het Watersportverbond zijn ze om, waterstof heeft de toekomst. Toch beseft Stokker dat nog lang niet elk sportevent zover is, wat deels komt door financiële afwegingen en het feit dat de inzet van waterstofaggregaten voor tijdelijke energievoorziening nog niet bij iedereen bekend is. ‘We hebben als Watersportverbond een duurzaam imago, daarom vonden we dat we dit moesten doen. Het vergt wel doorzettingsvermogen omdat de inzet van een waterstofaggregaat nog niet overal is ingebed, waardoor je soms wat hobbels ervaart. Daarnaast is de inzet van een waterstofaggregaat ook een financiële afweging, een dergelijk aggregaat is duurder dan een conventionele uitvoering. Dit lukt alleen met ondersteuning van partners.’
Landelijk één specialist
Een grootschalige inzet van waterstofaggregaten is volgens Stokker gebaat bij doorzetters. Bij partijen die de schouders eronder willen zetten, die laten zien dat het kan. ‘Prijs is een factor, maar waar een organisatie nu vooral tegenaan loopt is het onbekende. Er is geen duidelijke regelgeving. Dat is lastig voor de gemeenten. Zij verlenen de vergunningen, maar zonder duidelijkheid kost een beoordeling veel tijd. Voor de Dutch Water Week dit jaar vroegen we de vergunning voor de aggregaten acht maanden van tevoren aan. Die kwam pas vlak voor het event rond.’ Eenduidig beleid op landelijk niveau zou veel schelen. ‘De veiligheidsregio’s hebben weliswaar een gezamenlijke database aan kennis, maar daar staat met zo weinig cases nog niet zoveel in. Dan is één landelijke waterstofspecialist wellicht efficiënter.’
Vraag vergunning op tijd aan
Wilfried van der Veen is projectleider groene waterstof bij EnergyLabNL. Dat valt onder het in Nieuwegein gevestigde Allied Waters en ondersteunt organisaties en bedrijven bij de aanvraag en levering van groene waterstof. Van der Veen herkent zich in het door Stokker geschetste beeld en adviseert organisaties hun aanvraag tijdig in gang te zetten. ‘De vergunning voor een dieselaggregaat komt vaak rond in een paar weken, soms zelfs dagen. Voor waterstof ligt dat voorlopig echt anders. Ga gerust uit van maanden.’
Liever direct schakelen
Bij veel organisaties heerst volgens Van der Veen het misverstand dat met de toestemming voor een event alles rond is. ‘Maar de vergunning voor een waterstofaggregaat vraagt om een extra, gedegen plan. Denk aan een handleiding en wisselprotocol. Aan tekeningen van het systeem en een toelichting erop. Een vergunningverlenende instantie wil de inzet van waterstoftechnologie zelf zo goed mogelijk kunnen verantwoorden.’
Voor de aanvraag van waterstofaggregaten is ook Van der Veen aangewezen op de gemeente. ‘Maar die laat de vergunning afhangen van de beoordeling door de brandweer. Dat is omslachtig, liever schakel ik direct. Als ik er vervolgens voor zorg dat alle benodigde documentatie telkens in orde is, dan groeit bij de brandweer het vertrouwen. En kost de beoordeling minder tijd.’
Een aparte PGS-richtlijn
Een volledige aanvraag gaat in op zowel het plaatsgebonden risico als het groepsrisico, legt Van der Veen uit. ‘Waar komen aggregaten en tanks te staan? Maar ook, hoe groot is de groep mensen eromheen? Geen situatie is hetzelfde, en zonder duidelijke regelgeving vergt elke aanvraag behoorlijk specialistisch werk.’ Van der Veen weet dat veiligheidsregio’s voor hun beoordeling grotendeels uitgaan van richtlijn 35 binnen de publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS). ‘Maar die richtlijn beschrijft niet specifiek de inzet van waterstofaggregaten. Een aparte richtlijn zou zeker helpen.’
Zicht op opties geven
Ruben Dubelaar werkt namens zijn adviesbureau Green Wave voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Als programmamanager draagt hij bij aan het streven naar circulaire en CO2-vrije sportevenementen, zodat daar duidelijk wordt wat nu al aan verduurzaming mogelijk is. Showcases zoals tijdens de Dutch Water Week zijn volgens hem dan ook onmisbaar. ‘Aan duurzame ambitie is bij organisaties van sportevenementen geen gebrek. Er zijn genoeg first movers die vanuit een intrinsieke motivatie willen verduurzamen. Maar welke stappen kunnen ze zetten, welke technologieën zijn geschikt? Alles zelf uitzoeken kost een organisatie veel tijd. Daarom brengt ons programma de opties in beeld. En bundelen we ook de kennis van andere initiatieven.’
Regelgeving als stimulans
Het is niet alleen aan organisaties van sportevenementen om het voortouw te nemen, vindt Dubelaar. Versnelling van verduurzaming vraagt om een brede bijdrage, zeer zeker ook vanuit de overheid. ‘Verdere regelgeving kan de vraag naar duurzame energie, waaronder groene waterstof, stimuleren. Daardoor daalt de prijs en komt een grootschalige inzet steeds meer in beeld.’
Aan de technologie zelf zal het volgens de programmamanager niet liggen, dat hebben de eerste sportevenementen met waterstofaggregaten wel bewezen. ‘Laten we zien wat kan, dan groeit de acceptatie bij het publiek en de organisatoren van events. Toch kost het nu eenmaal tijd om een nieuwe toepassing breed te implementeren. De energietransitie gaat met stappen, uiteindelijk hangt veel af van de mindset bij alle partijen.’
Versnelling vraagt om koplopers
Dat laatste is wat ook Van der Veen benadrukt. ‘Het is nu nog vooral het verhaal van de kip en het ei. De vraag blijft achter want de prijs is te hoog, maar dat laatste komt juist omdat de vraag achterblijft. We moeten die cirkel doorbreken, wat vraagt om duidelijk beleid. En zo ook om partijen die hun nek willen uitsteken, die koploper willen zijn.’ Een van hen is dus het Watersportverbond, waar ze inmiddels al ervaring hebben met waterstofaggregaten. Andere organisaties kunnen hem daar zeker naar vragen, zegt Marijn Stokker. ‘Ook raad ik ze aan om contact op te nemen met de eigen veiligheidsregio, die heeft over dit onderwerp vaak meer kennis dan de gemeente. En nogmaals, begin op tijd.’